Op een zeer hete middag reden we de veerpont bij Beusichem af, op weg naar de rozenbottelkwekerij.
De tuin is gelegen ten Westen van Wijk bij Duurstede, tussen de rivier de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal en doet zijn naam geen eer aan.
Niets lijkt hier op een put.
Integendeel, de tuin ligt op een enorme bult, die zeven meter boven de uiterwaarden uitsteekt.
Het blijkt een berg klei te zijn, die daar bij het graven van het kanaal in de jaren dertig is gedeponeerd.
Niet lang na de oorlog kocht de heer Moerkoert, die het vak van fruitteler had geleerd in het Utrechtse ’t Goy, hier een aantal bunders, waarop hij appels en peren wilden gaan zetten.
Maar er was door de naoorlogse schaarste meer behoefte aan producten die het toen zeer gewilde vitamine C in grote hoeveelheden bevatten en Moerkoert besloot de Rosa Alpina te gaan telen, die prachtige langwerpige bottels geeft.
Het bleek een gat in de markt.
De bottels werden met behulp van plukkers uit de omgeving geoogst en verkocht aan fabrieken die er producten als Roos Vicee of Karvan Cevitam van maakten.
Toen de heer Moerkoert door een tragisch ongeval om het leven kwam, nam zijn dochter Emmelie het over, die met haar man Eric Hees op dat moment in Venezuela woonde.
Eric vertelde ons op een levendige manier uitvoerig over de ontwikkelingen in de rozenbottelproductie en alles wat daarbij hoort, van het snoeien tot de marketing.
De omvang van het bedrijf is nu veel kleiner dan het ooit was, maar het aantal producten is enorm uitgebreid.
Ze persen hun bottels zelf tot coulis (voor culinaire restaurants) en laten er verder producten van maken als chutney en confiture.
Maar ook zeep en bonbons, die wij helaas niet konden proeven, net als het bier dat een Haagse brouwer van hun persing maakt: het “Veen” en het “Zand”, naar de twee grondsoorten die men Den Haag rijk is.
Na zijn uitleg, waarbij ook allerlei vragen opkwamen die hij uitvoerig beantwoordde, begeleidde Eric ons door de moestuin van zijn zoon en diens vrouw, waarin biologische groenten worden geteeld die door restaurants in de omgeving gretig worden afgenomen en die ook via abonnementen aan particulieren worden verkocht.
Daarna demonstreerde hij zijn machine waarmee coulis wordt gemaakt.
Tot slot verdrongen wij ons met z’n achttienen voor de tafel waarop de producten waren uitgestald.
Er gingen heel wat potjes en blokken zeep mee naar huis.
Eric ontving als dank twee potten overheerlijke honing van onze “eigen” imkers uit Rijswijk
De ene slow-foodie doet iets voor de ander, nietwaar?
Tekst: Herbert.