Op zondagmiddag om 14.00 uur verzamelde een groep van 27 geïnteresseerde SlowFoodies zich op het prachtige landgoed “Oranje Nassau’s Oord” te Renkum.
Verscholen in de bossen, ligt daar een bijzondere gaard.
Wellicht de enige echte “truffelgaard” in Nederland; aangeplant in 2013.
We werden enthousiast ontvangen door truffelteler/truffel-expert, Judith Evenaar.
Judith is in 2012 begonnen met het ontginnen van de oude kwekerij van Oranje Nassau’s Oord en heeft er 320 hazelaars en eikenbomen aangeplant.
Inmiddels is ze specialist geworden op het gebied van truffels en bezoekt diverse congressen op dit gebied. Ook geeft ze advies over truffelteelt.
Vanaf deze zomer zou Judith de eerste truffels uit haar unieke gaard kunnen verwachten.
In Zuid-Europa wordt inmiddels zo’n 70 % van de wereldwijde truffel-productie in commerciële truffel-gaarden gekweekt.
Ook in Nederland zou dit moeten kunnen en Judith gaat ons dat bewijzen.
Zowaar een echt SlowFood-product dus.
Na een gedegen uitleg werden de 27 SlowFoodies verwend met heerlijke hapjes met truffel, zoals: truffelbonbons, truffelkaas en andere lekkernijen.
Judith had alles keurig voorbereid, met boeken om in te zien, truffels om te ruiken en te bekijken en zelfs kleine truffelboompjes voor eigen aanplant.
We hebben ongeveer het volgende geleerd:
De Witte Voorjaarstruffel, Tuber borchii, is een aantal keren in het wild, op zandgrond, in Nederland gevonden.
De Bianchetto (zoals de truffel in Italië wordt genoemd) heeft de meeste kans om zich als “echte Nederlandse truffel” te gaan ontwikkelen.
Er zijn drie groepen te onderscheiden bij eetbare paddenstoelen:
- Strooisel afbrekers (groeien op aarde/compost); bijv.: champignon, parasolzwam.
- Houtafbrekers; bijv.: shiitake en oesterzwam.
- Mycorrhiza; bijv.: truffel, boleet, cantharel, melkzwam en morielje.
(Myzo = schimmel, Rhizobium = wortel; symbiose tussen schimmel, plant èn grond)
De Mycorrhiza-paddenstoelen zijn de meest culinaire paddenstoelen, maar ook het moeilijkst om te telen, omdat het een ingewikkeld samenspel is tussen de gastheer, de truffelschimmel, alle andere bacteriën en voedingsstoffen in de grond.
De truffel is het onderaardse vruchtlichaam van de truffelschimmel van het geslacht Tuber.
De 5 meest voorkomende truffel soorten zijn:
- WITTE TRUFFEL, Il tartufo Bianco Pregiato (kostbare witte), Truffel van Alba; Tuber magnatum pico
Groeit: van september tot januari in Italië en Balkanlanden. - ZWARTE PERIGORD TRUFFEL, II tartufo Pregiato de Norcia; Tuber melanosporum Vittadini.
Groeit: in de herfst. - HERFSTTRUFFEL; Truffe de Bourgogne; Tuber uncinatum Chatin.
Groeit: van oktober tot begin januari. - ZOMERTRUFFEL; Truffe d’été, Scorzone; Tuber aestivum Vittadini, St. Jean truffe.
Groeit: van mei tot oktober in Frankrijk, Italië, Spanje, Engeland, Hongarije en Marokko.
De zomertruffel is de meest bekende en toegankelijke soort. De geur is delicaat en aangenaam, herinnert vaag aan paddenstoelen. De smaak doet denken aan eekhoorntjesbrood. - WITTE VOORJAARSTRUFFEL; Bianchetto, Marsuolo; Tuber borchii Vittadini.
Groeit: van januari tot maart/april in Italië.
De laatste jaren is er ook meer commerciële belangstelling voor regionale truffels zoals de WINTERTRUFFEL; ll tartufo nero inferno; Tuber brumale Vittadini en Tuber macrosporum, Tuber lyoni (Pecan truffel).
De truffelteelt kent 4 fasen:
- Voorbereiding grond; (juiste pH > 7,2), goede beluchting, goede drainage.
- Aanplanten; welke gastheer, welke truffelsoort, plantdichtheid, bescherming boompjes, co-cultuur.
- Onderhoud; wieden, bekalken, snoeien, water geven.
- Oogst; In het algemeen start productie na 6-8 jaar, na 12-20 jaar ca. 20-40 kg/hectare, oogsten met hond of varken.
Veel informatie kan men vinden op: www.truffelgaard.nl
Helaas was de getrainde “truffel-hond” op 26 mei verhinderd.
Ondanks vele aansporingen van BALTHAZAR – de “SlowFood Betuwe” truffel-hond in opleiding -, wist ook deze nog geen grote truffel te spotten.
Judith heeft ons beloofd te melden als de eerste oogsten er zijn!!!
Vervolgens rijden we naar de Rijn bij Wageningen voor onze JAARLIJKSE PICKNICK.
Daar ligt aangemeerd het wachtschip van Waterscouting Musinga-Rijn – MS RIVAL -.
Ter info.: De Rival, bouwjaar 1932, Lengte 31,50 mtr, Breedte 5,40 mtr.
De hoofdmotor is een nostalgische en gereviseerde “Kromhout” 2-cilinder van ca. 80 pk.
Het schip vervoerde van oorsprong bulkgoederen en is in de 2e wereldoorlog geconfisqueerd geweest.
Het binnenvaartschip is in 1981 uit de beroepsvaart genomen en in oktober 1982 bij Musinga-Rijn in bezit gekomen.
Daarna is de Rival verbouwd, waarbij het achterschip en het vooronder geheel origineel is gelaten.
In het ruim zijn 5 hutten gecreëerd, elk met 5 slaapplaatsen en een wastafel. Elders nog 2 hutten en 3 toiletten.
De toenmalige schipper heeft het schip voor een symbolisch bedrag aan de scouts overgedaan en hen nog vele jaren, na zijn pensionering, geïnstrueerd en opgeleid tot een volwaardige bemanning.
Inmiddels zijn er 3 schippers met groot-vaarbewijs beschikbaar.
En dan onze picknick:
In de opbouw werd, op de 2 lange tafels, de door eenieder, zijn of haar meegebrachte lekkernijen en drankjes uitgestald.
Wat een diversiteit en wat een creativiteit. Een lust voor oog en mond. Te veel om op te noemen. Maar daar zijn foto’s toch voor!
Gelukkig waren de weergoden ons goedgezind zodat we met een goedgevuld bordje en een lekker drankje bovendeks (en op het dak) ook nog van het zonnetje konden genieten.
Ook het uitzicht was weids en groots; het kijken naar de scouts, die met hun vletten op de Rijn aan het zeilen waren, was een waar genoegen. Immers, de beste stuurlui……(staan aan wal, als ik van boord ga…is een van hun slogans).
Tekst: Truffelgaard: Casper
Tekst: Picknick: Els