We gaan op SAFARI.

Zondag 25 maart 2018.

Melk, maar dan anders…

Op 25 maart bezochten wij twee boerderijen, waar het er anders aan toegaat dan wij gewend zijn.

De eerste is uniek te noemen: het is de enige in Europa. We spreken dan over Kamelen-melkerij Smits in Berlicum (NB).

Smits was aan de HAS in ‘s-Hertogenbosch een afstudeerproject begonnen over het houden van kamelen.

Er viel veel over deze een- en twee-bultige steltgangers te leren.

Les 1 was, dat een dromedaris gewoon een kameel is, maar dan de Arabische variant. Het was ons opgevallen, dat er bij Smits alleen eenbultige kamelen staan, want die geven meer melk.

Smits heeft nu ongeveer honderd kamelen. Kamelen worden in de wet niet omschreven, waardoor hij geen last heeft van mestquota, e.d..

Wat is er zo bijzonder aan kamelenmelk? Het vetgehalte is slechts 2,5 tot 3,5%, het suikergehalte is lager en de eiwitstructuur is anders dan in koemelk.

Daardoor kunnen mensen met diabetes of lactose-intolerantie kamelenmelk nuttigen. Naast deze afnemers zijn er veel Nederlanders van Midden-Oosterse afkomst, die de weg naar Smits weten te vinden.

De kamelenmerries kalven vanaf het vierde levensjaar en werpen acht keer in hun leven. De merrie geeft slechts 6 liter per dag en alleen als zij gejongd heeft. De productie is dus laag en de prijs per liter is dus hoog: € 8,–.

Je kunt behalve verse melk ook poedermelk krijgen. Verder levert Smits een kamelenmelk-likeur, Kamelka bonbons en zeep. Voor boter en kaas bevat de kamelenmelk te weinig vet. Kamelen slachten mag in Nederland niet. Vlees wordt dus niet geproduceerd.

 

De andere boerderij was “De Stoerderij” in Breugel, waar waterbuffels worden gehouden.

Bijzonder, maar niet uniek, want hiervan zijn er meer in Nederland en de rest van Europa.

Wij denken bij waterbuffels aan mozzarella, maar deze is volgens eigenaar Arjen Swinkels zo moeilijk te maken, dat ze in Breugel nog niet zover zijn. Er wordt echter hard aan gewerkt. Wat Swinkels wel levert is roomboter, yoghurt, rauwe melk, ijs en paneer (een Indiase kaassoort), en vlees, want de waterbuffel mag in Nederland geslacht en verwerkt worden.

Buffelvlees is mager. Het bevat veel mineralen, maar weinig cholesterol. Swinkels werkt niet 100% biologisch, maar wel volgens biologische normen. Geen skal-merk dus, maar de kritische consument weet de weg naar “De Stoerderij” wel te vinden.

Zijn “familiekudde” leeft op ca. 9 hectare landbouwgrond en ca. 26 hectare natuurgebied, met veel vochtige plekken, want waterbuffels zweten moeilijk en hebben daarom poelen nodig. Een waterbuffel is een rund, maar geen koe. Buffelmelk is vetter (8%, tegen koemelk 4%). Een buffel levert 2000 kg per jaar, tegen een koe 8500 kg. Er zit meer eiwit in buffelmelk en meer calcium, maar minder cholesterol en geen caroteen, waardoor deze witter is dan koemelk.

Beide bezoeken werden afgesloten met een proeverij. Bij het eerste bedrijf waren het kamelenmelk- en pannenkoeken, bij het tweede vergeleken wij koemelk- en buffelmelkproducten.

De geweldig interessante dag eindigde met een gezellig en goed verzorgd vijfgangen-diner in de “Zoelensche Brug” te Zoelen. De chef had veel aandacht besteed aan vegetarische amuses en verraste ons met onverwachte smaakcombinaties.

Tekst: Herbert.