Een bezoek aan de Natuurakkers in Doornik

Op zaterdag 18 mei arriveert vroeg in de ochtend een kleine afvaardiging van Slowfood convivium Betuwe op het landgoed Doornik.



De beheerder en oprichter Louis Dolmans geeft ons daar een rondleiding over zijn meer dan 100 hectares tellende natuurterreinen. Doornik is een buurtschap van Bemmel, dat op zijn beurt onder gemeente Lingewaal valt. Het ligt op 50 minuten rijden van ons convivium-gebied. Gewoon de A15 in Oostelijke richting nemen, bij Oosterhout er af, langs een verschrikkelijk lelijk verdeelstation van een energieleverancier en na nog eens tien minuten sta je in een paradijs bij de Waal.

“In het Landgoed Doornik worden elementen gecombineerd uit zowel de arcadische natuurvisie als de functionele natuurvisie”, had ik van tevoren op het internet gelezen. En: “Er liggen onder andere akkerreservaten, voedselbossen en (oude) houtwallen. Ook is er een openluchtklaslokaal en een moestuin op het landgoed aanwezig”. Het woord “arcadisch” was ik al lang niet meer tegengekomen. Misschien voor het laatst in de quiz University Challenge op BBC 2.

Dit bezoek vindt plaats op aangeven van ons Slow Food Betuwe-lid Noor, die veel verstand van granen heeft. Misschien daardoor verwachtte ik veel activiteit te zien op het gebied van granen die biologisch voor de menselijke consumptie worden geteeld. We komen hier tenslotte als aanhangers van de Slowfood-gedachte. Maar Louis Dolmans is, hoewel een mensenvriend, toch vooral een beschermer van vogels, planten en insecten. Weliswaar teelt hij granen die hij aan Demeter verkoopt, het ene jaar meer dan het andere – we bevinden ons hier immers op natuur-inclusief terrein dat niet is ingericht op elk jaar dezelfde grote opbrengsten. Maar zijn grootste belangengroep zijn toch de niet-humane dieren, met name de gevederde. We zien ook enkele Friese stamboekpaarden op een van zijn weiden lopen, twee prachtige glanzende zwarte merries met hun veulens.

Dolmans begon dit project in 2010 en leidt met veel enthousiasme groepjes van maximaal acht personen rond over zijn terreinen. Voor ons wilde hij een uitzondering maken door twaalf mensen mee te nemen, maar vandaag haalden we zelfs de acht niet. Maar die paar aanwezigen waren in grote meerderheid zeer onder de indruk van de bevlogen man en zijn verhalen.

Dolmans raakte als kind van zeven jaar in de ban van vogels. Hij komt uit een Zuid-Limburgse familie met veel liefde voor de natuur. Zijn liefde voor de vogels werd in deze omgeving aangewakkerd door oma’s en opa’s. Ondanks het strenge regime van nonnen op de lagere school trok hij zoveel mogelijk de bossen en de door heggetjes omzoomde weiden in, om vogels te zien en te horen. Als hij erover vertelt – hij is nu een jaar of drieënzeventig – doet hij wat elke vogelaar doet: de ogen en de oren zijn voortdurend geconcentreerd op kleine bewegingen en geluidjes. Hij kan zijn betoog zomaar onderbreken met een opmerking als: “Hoor, een zwartkop!” en denk maar niet dat je hem kunt verbeteren. Bij het horen van een hoogfrequent snorrend geluid roep ik, om te pleasen: “Hoor, een snor”, maar Dolmans verbetert onmiddellijk: “Nee, dit is een sprinkhaanzanger. De snor leeft niet op de klei, maar op zandgronden”.

Dolmans kocht zijn eerste akkers in 2010 en gaf er vogelnamen aan. Later kwamen er steeds meer gebieden bij en nu beheert hij ook land van Staatsbosbeheer en andere overheden. Hij is van oorsprong geen boer, maar econoom. Door zijn jarenlange werk als controleur van overheden bij de Rekenkamer in Den Haag leerde hij alle regeltjes goed kennen en had daar veel profijt van bij het vastleggen van de juridische ins en outs van het landgoed. Resultaat: hij heeft de eeuwige erfpacht verworven voor een euro. Hij ontvangt overigens geen cent subsidie. Wel brengt hij kosten voor onderhoud in rekening, zo’n 37.000 euro per jaar. Er moet gemaaid worden en wat er verder bij beheer aan de orde komt. Draineren doet hij niet. Dat past niet bij natuur inclusief beheer, zegt hij.

Terwijl hij vertelt doen onze ogen zich tegoed aan bijzondere vlinders en ongewone begroeiing. De incarnaat-klaver met zijn donkerrode kleur is hier gebleven nadat een keer groenbemesters waren ingezaaid.

Hij experimenteert ook met graansoorten en zeer oude fruitrassen. Tot mijn verbazing zie ik een veld waar rogge heeft gestaan. Die hoort op zandgrond thuis, dacht ik. Maar Louis heeft dan weer een bijzondere soort uitgeprobeerd. Ik geloof dat op zijn terreinen minstens drieënzestig soorten zangvogels leven, waaronder soorten die elders niet meer voorkomen. Ook de weidevogels doen het heel goed.

In het openlucht leslokaal vertelt hij over de relatie met zijn buren die intensieve landbouw bedrijven. Hij benadrukt dat je met respect met hen moet omgaan, maar wel consequent aan je eigen regels moet vasthouden. Als het vee van zijn buurman op Dolmans land graast, moet de buurman zich aan diens regels houden en niet andersom. Dolmans geeft niet toe aan agro industrie. Overigens is hij bezig een groot netwerk op te bouwen waarin hij landbouwers en veehouders betrekt bij zijn manier van natuurbeheer. Hij zegt, dat hij een grote vertaalslag maakt en dat de agrariërs steeds meer begrip krijgen voor zijn standpunten. Het openlucht leslokaal is een leuk voorbeeld van hoe Dolmans gaten in de regelgeving gebruikt. Hij ontdekte dat een gebouw zonder dak wettelijk gezien geen gebouw is en zo zette hij zonder problemen een gebouw zonder vast dak neer. Het dak bestaat uit meerdere soorten planten, ik zag onder andere wilde wingerd. Ook in de zijkanten zijn openingen. Je zit er als het droog is beschut tegen de zon. In het leslokaal dat geen gebouw is, staat een kleiner gebouw. Dat mag volgens de wet dan weer wel. Zo kunnen ze bij slecht weer hier schuilen voor de regen.

Naast het leslokaal is een amfitheater. En er ligt ook een grote moestuin, een project voor mensen uit de stad. Daar zie ik geen tuinhuisjes en andere opstallen staan. Het gaat er echt alleen om tuinieren.

Ik zou over Dolmans en zijn projecten een scriptie kunnen schrijven, maar ik adviseer om er eens heen te gaan. Of bekijk zijn website op www.doorniknatuurakkers.nl
Bij ons clubje is vandaag ook de voorzitster van de tuinclub aanwezig. Zij is zo enthousiast, dat ze er nog een keer met de tuinclub naar toe wil gaan. Dus alle leden van het Slowfood convivium Betuwe die ook bij Wildemanskruid zijn: jullie krijgen een nieuwe kans. Laat hem niet aan je voorbijgaan.

Tekst: Herbert