Tocht Zeeuws-Vlaanderen & Verdronkenland van Saeftingh

Vrijdagmiddag 4 april 2014,
rond 14.00 uur, begon onze 2-daagse tocht, Oost Zeeuws Vlaanderen, op het terras van Hotel de Korenbeurs aan de markt van het vestingstadje Hulst. Voor de meesten een onbekend gebied maar dat gaat deze dagen veranderen.

Om half drie vertrokken we met onze gids  Drs. Louis Lockefeer voor een stadswandeling door Hulst. Sedert 1831 is Hulst afgescheiden van België en een Nederlandse stad  geworden. Het is ommuurd door vestingwallen.

Bezienswaardigheden
De stad Hulst zelf is een beschermd stadsgezicht en daarmee één van de zeventien beschermde stads- en  dorpsgezichten in Zeeland. De stad telt 68 rijksmonumenten o.a.  de Sint-Willibrordus-basiliek werd in 1535 opgeleverd. Bij de inname van Hulst door de Staatsen, in 1645, werd de kerk protestants, sinds de Franse tijd werd de kerk gedeeld met de rooms-katholieken. Sinds 1930 is het weer een rooms-katholieke kerk en werd het een basiliek. Kenmerkend is de betonnen torenspits die erop gezet werd in de jaren ’50 nadat de vorige in de Tweede Wereldoorlog vernield werd.

Tijdens onze wandeling kregen we informatie over:

  • Refugiehuis Baudeloo van de Abdij van Boudelo.
  • Het Stadhuis van Hulst, gebouwd in gotische stijl.
  • De Stadsmolen, een ronde stenen stellingmolen uit 1792.
  • Gentse poort, gebouwd in 1720.
  • Het Reynaertmonument aan de Gentsepoort.
  • Als de vos de passie preekt (boer let op uw eenden) is een humoristische beeldengroep op de Markt, waarin de vos Reynaerde een zestal eenden toepreekt. De eenden werden vervaardigd uit zwerfkeien met bronzen kop en poten.  Het kunstwerk werd vervaardigd door Chris Ferket.
  • De stadswallen stammen uit de Tachtigjarige Oorlog.
  • De Keldermanspoort, ook Bollewerck Poorte en Dobbele Poor.
  • Bagijnenpoort of Graauwse poort.

Om half 6 kwamen we weer terug op het terras van De Korenbeurs en konden we genieten van een biertje of glas wijn.

Voor het diner werden we verwacht bij Restaurant Napoleon. Daar hebben we genoten van een bourgondische maaltijd met heerlijke wijntjes. Geliefd was de Waterzooi, een Zeeuwse vis-lekkernij.

Voor een afzakkertje nog even nagenieten van de dag bij het café van Dolf en dan naar bed.

Na een heerlijk ontbijtje op pad naar de biologische boerderij “De Zeeuwse Akker” van boer Emiel van de Vijver op Graauw.

Een biologische boer die in 2000, na een natte zomer, overgegaan is op biologische landbouw en in 2003 stopte met ploegen op zijn bedrijf van 50 hectare.

Hij teelt hier wortel, rode biet, aardappels en broccoli, afgewisseld met tarwe, gerst of rogge. Als groenbemester gebruikt hij klaver.

Bij een boer in Frankrijk deed hij ideeën op voor het niet-ploegen.

We ontmoeten een gedreven enthousiaste man die overtuigd is van zijn filosofie.

Het bedrijf is nog in opbouw, maar hij is op de juiste weg.

In het winkeltje deden de meesten van ons de weekendboodschappen, veelal producten  van eigen bodem.

Eerst nog een kopje koffie met bolus of appeltaart  bij café  Het Verdronken Land.

De Zeeuwse zon liet zich van de goede kant zien. We hadden allemaal het goede vakantiegevoel.

De tocht van 3 uur door het natuurgebied “Het Verdronken land van Saeftinge” over slik, schorren en geulen, werd geleid door de gids dhr. Van Nes.

Het Verdronken Land van Saeftinghe, ruim 3600 hectare, is een uitgestrekt schorgebied in de Westerschelde, hemelsbreed zo’n 50 kilometer van de monding en uniek in Europa.

De Westerschelde is een menggebied van zeewater en rivierwater; het water dat met vloed de schorgeulen binnenstroomt is dus brak.

Het is bijzonder door zijn uitgestrektheid en zijn natuur, maar ook omdat het een beeld geeft van het Zeeuwse oerlandschap: een land van slikken, platen en schorren doorsneden met geulen.

Het Verdronken Land van Saeftinghe heet niet voor niets zo.

In de late middeleeuwen was het een gebied van welvarende polders.

Door stormvloeden gingen in de 14e en de 16e eeuw grote stukken van het ingepolderde land verloren.

In de Tachtigjarige Oorlog werden, ter verdediging van Antwerpen, opzettelijk dijken doorgestoken. Het gebied kan dus met recht een verdronken land genoemd worden.

Natuur
De plantengroei op het schor weerspiegelt de invloed van het brakke vloedwater.

Echt lepelblad is één van de bijzonderheden van Saeftinghe.

Deze soort is kenmerkend voor brakke schorren en komt hier veel voor, samen met onder meer zeeaster, heen en melkkruid.

Ook groeit er, zij het minder algemeen, selderij, fijn goudscherm, langbaardgras en fraai duizendguldenkruid.
Saeftinghe is heel vogelrijk. Er broeden duizenden vogels en het is voor veel doortrekkende en overwinterende vogels van (internationaal) belang als pleisterplaats. Die grote aantallen trekken op hun beurt weer roofvogels aan, zoals de zeearend en bruine en blauwe kiekendief.

De zon liet zich van de goede kant zien en we hebben met vallen, springen en opstaan  genoten van de prachtige tocht.
Na het laarzen spoelen en waar nodig schone kleding, genoten we van een verlate lunch op het terras van het paviljoen “‘t Schor” in Paal, waar we een prachtig uitzicht hadden op de haven en de Westerschelde.

Dit was het eindstation van 2 dagen  Oost Zeeuws Vlaanderen, voor de meesten een onbekend gebied waar wij, Guido en Lidwien, met trots een stukje van hebben laten zien.